Wat is een patella luxatie of knieschijf luxatie
De patella ( of knieschijf ) ligt normaliter in een groeve aan het onderste gedeelte van het bovenbeen. Deze heeft een belangrijke functie heeft bij de normale beweging van het kniegewricht en glijdt op en neer bij respectievelijk het strekken en buigen van de knie. Bij een patella luxatie schiet de patella uit zijn groeve (naar binnen of naar buiten ) waardoor deze functie weg valt en kan vervolgens manken optreden , pijn en op termijn ontwikkeling van artrose.
Oorzaak
Een patella luxatie is een erfelijke aandoening en is het gevolg van het selectief fokken van honden met een voorkeur voor een o - benige conformatie . Dieren worden geboren met normale knieën, maar bij de verdere ontwikkeling en groei zal de krachtige quadriceps spier de knieschijf steeds naar binnen trekken. De groeve waarin de knieschijf normaal op en neer beweegt, zal zich verder niet goed ontwikkelen waardoor de knieschijf nog vlotter zal luxeren.
Symptomen
Patella luxatie is een vaak voorkomende aandoening en komt voornamelijk voor bij kleine hondenrassen. Klinische symptomen kunnen reeds aanwezig zijn op jonge leeftijd. Op het moment dat de knieschijf naast de groeve spring, ontstaat het typische beeld van een hond die tijdens het lopen enkele stappen overslaat met een achterpoot en daarbij de knie gebogen houdt en vervolgens weer normaal zal verder stappen als de knieschijf terug in de groeve springt. Het steeds in en uit de groeve springen van de knieschijf veroorzaakt pijn en er ontstaat kraakbeen schade met arthrose als gevolg. Ook de abnormale tractie van de quadriceps spier veroorzaakt een interne rotatie van de tibia ten opzichte van het dijbeen hetgeen andere structuren in de knie , waaronder de voorste kruisband, kan overbelasten. Hoe frequenter de knieschijf buiten de groeve beweegt , hoe minder diep de groeve wordt . Patiënten met een permanente knieschijf luxatie hebben een onhandige, stijve manier van lopen en staan vaak wijdbeens.
Er bestaan verschillende graden van patella luxatie :
Graad 0 De horizontale verschuifbaarheid van de patella is vrij groot, deze is echter niet uit de groef te luxeren. Er is een tolereerbare horizontale verschuiving zonder dislocatie.
Graad 1 De patella zit niet voldoende stabiel in haar groeve. Zij is door manipulatie met name draaien aan het scheenbeen en/of door rechtstreekse zijwaartse druk te luxeren. Wanneer de poot weer in de normale stand staat schiet de knieschijf vanzelf weer terug.
Graad 2 De patella luxeert spontaan bij beweging maar is gemakkelijk terug te plaatsen. Doordat de hond beweegt schiet de knieschijf meestal spontaan terug in de groeve.
Graad 3 De patella is permanent geluxeerd en wanneer deze weer in de goede positie gezet wordt, schiet deze er vanzelf weer uit. De groeve is ondiep of zelfs afgevlakt. De poot wordt wel belast maar staat vaak in doorgebogen positie.
Graad 4 De patella is permanent geluxeerd en is zonder chirurgische ingreep niet terug te plaatsen. Honden houden de poot omhoog of bij beiderzijdse luxatie lopen ze extreem afwijkend en wijdbeens.
Er bestaan verschillende graden van patella luxatie :
Graad 0 De horizontale verschuifbaarheid van de patella is vrij groot, deze is echter niet uit de groef te luxeren. Er is een tolereerbare horizontale verschuiving zonder dislocatie.
Graad 1 De patella zit niet voldoende stabiel in haar groeve. Zij is door manipulatie met name draaien aan het scheenbeen en/of door rechtstreekse zijwaartse druk te luxeren. Wanneer de poot weer in de normale stand staat schiet de knieschijf vanzelf weer terug.
Graad 2 De patella luxeert spontaan bij beweging maar is gemakkelijk terug te plaatsen. Doordat de hond beweegt schiet de knieschijf meestal spontaan terug in de groeve.
Graad 3 De patella is permanent geluxeerd en wanneer deze weer in de goede positie gezet wordt, schiet deze er vanzelf weer uit. De groeve is ondiep of zelfs afgevlakt. De poot wordt wel belast maar staat vaak in doorgebogen positie.
Graad 4 De patella is permanent geluxeerd en is zonder chirurgische ingreep niet terug te plaatsen. Honden houden de poot omhoog of bij beiderzijdse luxatie lopen ze extreem afwijkend en wijdbeens.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door een orthopedisch onderzoek. Radiografisch onderzoek kan noodzakelijk zijn, zeker indien een standscorrectie moet worden uitgevoerd.
Behandeling
Conservatieve niet-chirurgische behandeling
Soms wordt patella luxatie gediagnosticeerd tijdens een routine lichamelijk onderzoek . Bij volwassen dieren met deze incidentele bevinding, is vaak een niet-chirurgische behandeling de beste optie. De belangrijkste aspecten van een niet - chirurgische behandeling zijn reductie van lichaamsgewicht, aangepaste lichaamsbeweging en medicatie (onstekingsremmers / pijnstillers / voedingssupplementen ) . Een conservatieve therapie is dus doorgaans gereserveerd voor de dieren met een graad 1 patella luxatie die geen klinische hinder ondervinden. Chirurgie wordt aanbevolen vanaf graad 2.
Chirurgische behandeling
Chirurgische behandeling is aanbevolen voor honden met intermitterend of permanent manken als gevolg van de patella luxatie . Er zijn vele chirurgische technieken echter het hoofddoel is een normaal uitlijning van de quadriceps mechanisme in relatie tot het hele lidmaat te bekomen. Dit vereist reconstructie van de normale bouw van de beenderen en de wederopbouw van zachte weefsels met name de ligamenten.
Soms wordt patella luxatie gediagnosticeerd tijdens een routine lichamelijk onderzoek . Bij volwassen dieren met deze incidentele bevinding, is vaak een niet-chirurgische behandeling de beste optie. De belangrijkste aspecten van een niet - chirurgische behandeling zijn reductie van lichaamsgewicht, aangepaste lichaamsbeweging en medicatie (onstekingsremmers / pijnstillers / voedingssupplementen ) . Een conservatieve therapie is dus doorgaans gereserveerd voor de dieren met een graad 1 patella luxatie die geen klinische hinder ondervinden. Chirurgie wordt aanbevolen vanaf graad 2.
Chirurgische behandeling
Chirurgische behandeling is aanbevolen voor honden met intermitterend of permanent manken als gevolg van de patella luxatie . Er zijn vele chirurgische technieken echter het hoofddoel is een normaal uitlijning van de quadriceps mechanisme in relatie tot het hele lidmaat te bekomen. Dit vereist reconstructie van de normale bouw van de beenderen en de wederopbouw van zachte weefsels met name de ligamenten.
Transpositie tuberositas tibia
Het belangrijkste onderdeel van een chirurgische ingreep is de juiste uitlijning tussen de aanhechting van de rechte patella band met name de tuberositas tibia en het dijbeen. Omdat bot veel efficiënter geneest dan een pees wordt het bot, waar de rechte patella band aan bevestigd is, doorgezaagd en vervolgens verplaatst naar een meer geschikte positie . Het bot wordt gefixeerd met een tensionband en geneest geleidelijk over de volgende 4-8 weken .
Correctieve dijbeen osteotomie
Bij honden met een extreme o-beninge conformatie van het dijbeen , kan een standcorrectie soms noodzakelijk zijn. Hierbij wordt een wigvormige zaagsnede uitgevoerd , waarbij het dijbeen vervolgens in de correcte stand gefixeerd wordt met een botplaat en schroeven.
Sulcoplastie
Wanneer de groeve (waarin de knieschijf normaliter op en neer glijdt) erg ondiep is , wordt deze ofwel verdiept of kan er een prothese groeve aangebracht worden.
Lateraal imbricatie - mediaal desmotomie
Bij een mediale patella luxatie zijn de ligamenten en zachte weefsels aan beide zijden van de patella ofwel te los of te strak . Reconstructies zijn respectievelijk een laterale imbricatie en een mediale desmotomie.